De legende[bewerken]
De naam Iguaçu betekent "groot water" in de indianentaal Guaraní ("Y" is water en "Guasu" is groot). Volgens een legende van dit indianenvolk was de maagd Naipi uitverkoren om de god M'Moy (M'Boi) te trouwen, dat wil zeggen geofferd te worden aan de goddelijke waterslang, maar werd zij verliefd op de indiaan Tarobá en hij op haar. De geliefden besloten met een kano over de rivier te vluchten voordat de god met Naipi kon trouwen. Toen de god M'Moy ontdekte wat er was gebeurd, zette hij de achtervolging in in de vorm van een grote slang. Op de plek waar hij ze vond boorde hij zich in de grond, waardoor een grote afgrond ontstond. Naipi veranderde hij in een steen die voor altijd door het water geslingerd zou worden, en haar geliefde in een palmboom aan de oever. Naipi en haar droomman werden hierdoor gedoemd elkaar tot in de eeuwigheid te aanschouwen, zonder elkaar ooit aan te kunnen raken.